De geschiedenis van Heibloem

Korte geschiedenis van Heibloem, het meest noordelijke kerkdorp van de gemeente Leudal.

Heibloem is een relatief jong kerkdorp dat is ontstaan vlak na de Tweede Wereldoorlog. Heibloem was bekend om zijn kloosters en vakscholen van de Heibloem en Stokershorst. Heibloem met bijna 1000 inwoners is sinds 2007 één van de kleinere kerkdorpen van de gemeente Leudal. Het is omgeven door natuurterreinen en bossen en is daarom aantrekkelijk voor liefhebbers van natuur. De kloosters van Heibloem en Stokershorst, die nu niet meer bestaan, vormden in voorgaande eeuwen een belangrijke reden voor het ontstaan van het dorp Heibloem.

Heibloem tot 1850

In ons gebied zijn prehistorische vondsten gedaan van een kleine tienduizend jaar oud. Vlakbij Heibloem vinden we site (vindplaats) “de Fransman” waar duizenden gebruiksvoorwerpen uit de steentijd gevonden zijn. De makers van deze voorwerpen leefden van de jacht op dieren die permanent in dit gebied leefden zoals herten, elanden, beren en vossen. Ze konden vuur maken. Een paar duizend jaar voor Christus vindt een enorme omslag plaats. Dit gebied wordt niet meer bewoond door jagers, maar door boeren, deze blijven op een vaste plek en gaan in een boerderij wonen, graan verbouwen, vee houden. Nieuwe technieken brachten nieuwe mogelijkheden. Eerst werd brons geïntroduceerd, later ijzer. In de buurt van Heibloem zijn urnen met crematieresten uit de ijzertijd gevonden. Rond 1800 waren er ongeveer tien boerderijen gelegen bij Schaapsbrug, Karreveld en Heytserheide. Die boerengezinnen hadden een stuk grond ontgonnen en teelden graan, veevoer, groenten en fruit. Ze voorzagen zo veel mogelijk zelf in hun behoeften aan voeding en kleding. Voor voorzieningen als een dokter en een school of de kerk gingen ze naar Roggel, Heythuysen of Meijel.

Klooster de Heibloem

Dat in de negentiende eeuw bij Heibloem twee kloosters gesticht werden is eigenlijk puur toeval. In Amsterdam is in 1851 de congregatie van Onze Lieve Vrouw Van Zeven Smarten gesticht. Het is de bedoeling van de oprichters, pastoor Hesseveld en pater Frentrop, dat de broeders van de congregatie zich bezig gaan houden met de opvang van en zorg voor verwaarloosde jongens uit Amsterdam.
Pater Frentrop komt op het idee om een landbouwkolonie op te richten om zo de Amsterdamse jongens zinvol werk en onderwijs te bieden. Namens de Heerenvereeniging tot Weldadigheid kocht hij hier in 1852 voor nog geen 35.000 gulden een landgoed van 280 hectaren op het grondgebied van de gemeente Heythuysen, waarop een boerderijtje stond dat de Heyblom heette. In de tientallen jaren na de komst van de broeders en de jongens naar het landgoed werden een klooster, een kapel, een school en een boerderij gebouwd. De aangekochte gronden maakte men geschikt voor de landbouw. De inrichting kreeg de naam Aloysiusgesticht.
Aanvankelijk kregen de jongens alleen basisonderwijs en stelde men ze te werk op het land. Aan het einde van
de negentiende eeuw werd het onderwijs in het internaat enigszins verbeterd. De jongens kregen de mogelijkheid een ambacht te leren. Ze konden bijvoorbeeld kleermaker, schoenmaker of bakker worden. De mogelijkheid om voortgezet of hoger onderwijs te volgen werd niet geboden. Pas in 1919 erkende de overheid de Heibloem officieel als ambachtsschool en ontving het gesticht ook rijkssubsidie.

Stokershorst

In 1893 kon de Congregatie van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten een flink stuk grond bij Stokershorst kopen, op het grondgebied van de gemeente Nederweert. Men besluit er een instelling voor jongeren te vestigen die door de rechter veroordeeld zijn tot verblijf in zo’n heropvoedingsgesticht. Voor de congregatie leverde dat inkomsten op. Het rijk betaalde 125 gulden per persoon per jaar.
Na een paar jaar hard werken werd op 19 maart 1900 het St. Vincentiushuis – Stokershorst is de oude naam van het gebied, maar ook de instelling wordt wel Stokershorst genoemd- ingezegend en officieel geopend. De jonge veroordeelden die er kwamen kregen lager onderwijs of vakonderwijs aangeboden.
In de decennia na 1900 werd Stokershorst uitgebreid. In 1905 werd een nieuwe, grote kapel gebouwd en in 1909 een nieuwe lagere school met drie leslokalen. Er kwam een voor die tijd moderne badinrichting. In 1919 had men elektrisch licht. Evenals op de Heibloem was zelfvoorziening een belangrijke manier om aan voedsel en andere benodigdheden te komen. Na de Eerste Wereldoorlog verrichtten voornamelijk knechten van buiten het werk op het land. De instelling werd op den duur niet meer bevolkt door jongeren die door de rechter veroordeeld waren. Het werd een gewoon internaat. Ook jongens uit de omgeving konden de vakopleidingen volgen.

De Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog veranderde er de eerste jaren niet zo veel op de Heibloem en op Stokershorst.
Op de Heibloem ging het echter op 1 augustus 1942 mis, de Duitsers ontruimden de Heibloem en vestigden er een opleiding voor vrachtwagenchauffeurs bij de Wehrmacht. Nadat Heibloem in november 1944 bevrijd was gebruikten Britse soldaten het internaat enige tijd als onderkomen. Ook Nederlandse militairen zijn er in de zomer van 1945 enige tijd opgevangen. In de tweede helft van 1945 konden de broeders een onttakeld gebouw gaan herstellen.
Op het eenzaam gelegen Stokershorst had men verwacht de oorlog wel uit te kunnen zingen, maar de ligging aan de Noordervaart bleek aan het einde van de oorlog een groot nadeel. In september 1944 eiste een aantal Duitsers inkwartiering en eind september kwamen de gebouwen midden in de vuurlinie te liggen. De Engelsen beschoten de panden met honderden granaten. De bewoners zochten ergens anders onderdak.

De Heibloem en Stokershorst na de tweede wereldoorlog

Toen de oorlogsschade zo goed mogelijk hersteld was hervatte men op de Heibloem de situatie van voor de oorlog. Er was weer een klooster met een internaat en van de lagere school en de ambachtsschool konden ook nu weer jongens uit de omgeving gebruik maken.
In 1949 werd de lagere school van het gesticht overgenomen door het kerk/schoolbestuur van de nieuwe school in de kern van Heibloem. Enkele jaren later bleek de exploitatie van het internaat zo verliesgevend te zijn dat de congregatie besloot het te sluiten. De ambachtsschool bleef nog enkele jaren bestaan. In 1955 begon de congregatie een nieuw initiatief dat de Widdonck zou gaan heten. Het betrof een internaat voor kinderen die volwassenen moeilijk opvoedbaar vonden. Men sloopte de oude kloostergebouwen en bouwde nieuwe paviljoens. De jongeren van het internaat gingen naar scholen in de omgeving of ze bezochten de bij de instelling liggende school voor speciaal onderwijs.
In 1963 waren er op de Widdonck nog 18 broeders werkzaam, maar dat aantal nam af. Inmiddels zijn de laatste broeders naar Voorhout verhuisd.
Stokershorst was door de oorlogshandelingen zo zwaar beschadigd dat het financieel niet haalbaar was om de schade te herstellen. De jongens die er gewoond hadden bracht men onder in een klooster van de congregatie in Harreveld. Rond 1950 sloopte men het grootste gedeelte van Stokershorst. Men besloot een verblijf voor bejaarde broeders te bouwen. De congregatie verkocht de boerderij en de grond aan boeren en aan Staatsbosbeheer. Na een aantal jaren besloot men ook het rusthuis voor het dalend aantal broeders te verkopen. De broeders vertrokken naar Voorhout. Uiteindelijk werd Stokershorst het eigendom van de Duitse industrieel Otto Schwabe. Aanvankelijk vonden Duitse moeders en vrouwen er een plek om enige tijd tot rust te komen. Tegenwoordig is op Stokershorst retraite oord “InnEssence” gevestigd, waar vanuit een bio centrisch oogpunt en het gedachtengoed van een ecodorp, een prachtige retraiteplek voor groepen aangeboden wordt.

Het rectoraat Heibloem

De mensen die voor de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van het huidige Heibloem woonden behoorden bestuurlijk tot de gemeenten Roggel, Heythuysen, Nederweert of Meijel. Na de oorlog was er behoefte aan de vorming van een zelfstandig rectoraat. Op 1 maart 1947 werd dat dan opgericht met als patroonheilige St. Isidorus. Pater van Don, die aanvankelijk als priester werkzaam was in het Aloysiusinternaat en Stokershorst, heeft zich ingezet voor de stichting van het rectoraat Heibloem. Op 31 juli 1948 stelde het bisdom Roermond de grenzen van het rectoraat van de heilige Isidorus te Heibloem en Stokershorst definitief vast. Pater van Don zette zich samen met het kerkbestuur en de inwoners van het rectoraat in voor de bouw van een kerkhof, een kerk en een school.

De groei van Heibloem

Op de plaats van de huidige kern van Heibloem stonden tot na de Tweede Wereldoorlog geen woningen.
Tijdens de oorlog lag er in de huidige vierhoek Pater van Donstraat, Haffmansstraat, Bosstraat en Isidoorstraat een barakkenkamp van de Arbeidsdienst. De eerste naoorlogse huizen zijn in die vierhoek gebouwd. Ruim vijftig jaar is Heibloem geleidelijk aan gegroeid, met de Delshorst als laatste uitbreiding.
Bron: Heemkunde vereniging Heibloem
Deze website is een initiatief van Dorpscoöperatie HELD. Alles wat het dorp te bieden heeft komt samen op deze website. Laat je verrassen, uitdagen en inspireren door alles wat Heibloem te bieden heeft.

Berichtje via de mail:

Heeft u een vraag of opmerking?
Stuur een email naar:
webmaster@heibloem.nu
Copyright © Heibloem.nu 2024
Met ♥ gemaakt door Loeihard!
cross